18 mei update: Etappe 14 is de eerste van vijf bergetappes in de Giro d’Italia van dit jaar. Het venijn van deze etappe zit in de staart. Vanaf de start in Cherasco zijn de eerste 137 kilometer van de 206 km lange rit bijna volkomen vlak, alvorens er aan het slot in de Italiaanse Alpen twee hoge bergen opdoemen.

De twee beklimmingen zijn de categorie 1 Col de Joux op km 160, 22,4 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,6%, en de categorie 1 Cervinia, die met 27 km lengte en 5,5% stijging sterk op de eerste lijkt en de tweede finish bergop van dit jaar is. Beide zijn lange en slopende klimmen, niet overdreven steil voor Italiaanse begrippen, wat inhoudt dat je meer renners langzaam uit het peloton weg zult zien zakken dan je er uit de voorkant ziet ontsnappen. Met andere woorden, het is niet het soort etappe dat bij roze trui drager Joaquim Rodriguez (Katusha) past, die van korte, explosieve beklimmingen houdt, maar hij is ideaal voor Domenico Pozzovivo (Colnago) en Ivan Basso (Liquigas) om tijd in te halen. In 1997 won Ivan Gotti op de Cervinia en vervolgens pakte hij ook de eindoverwinning. Als een pure klimmer de Giro wil winnen, zal hij het hier in deze etappe heel goed moeten doen.

Belangrijk bij het finishen op dergelijke dubbele pieken is de afdaling die er tussenin zit. In dit geval is de afdaling naar Chatillôn moeilijk, wat inhoudt dat goede technische dalers van een voorsprong kunnen profiteren op de slotklim.

De finish in het skioord Cervinia op 2006 meter hoogte ligt aan de voet van de Matterhorn, een beroemde en opvallende piek en één van de hoogste in de Alpen. Het ligt bij de grens van Italië en Zwitserland, met het Zwitserse skioord Zermatt aan de andere kant.

Vert. Kees Slings